Robert Jan Kelder

Willehalm Instituut

Platanenweg 20-1, 1091 KS Amsterdam

Tel. 020 – 6944 572 /  E-mail: willehalm@wxs.nl / website: www.antrovista.com/willehalm

 

========================================================

 

Amsterdam, 16 februari 2004

 

Aan Leerplichtambtenaar Mw. P. Hilhorst

Stadsdeel Amsterdam Oud-Zuid

Welzijn Onderwijs en Sport

Karel du Jardinstraat 65

Postbus 51160

1007 ED Amsterdam

 

Onderwerpen:

1.Uw brief van 5 februari 2004 betreffend "Vermoedelijk ongeoorloofd verzuim van Christiaan [Kelder], leerling van het Montessori Lyceum, Amsterdam"

2. Opheffing van de leerplichtwet, c.q. omvorming in een leerrecht.

3. Verzoek om enige erkenning van de Willehalm Academie (i.o), c.q.het voorlopig gedogen van thuisonderwijs.

 

 

Geachte Mw. Hilhorst,

 

Op 13 feb. j.l. heb ik per e-mail de ontvangst van uw brief bevestigd en u meegedeeld dat ik morgen op uw kantoor een verklaring zal afleggen. Deze brief is de schriftelijke grondslag voor deze verklaring. In deze brief zal ik kort op enkele juridische, pedagogische, staatskundige en filosofisch/anthroposofische vraagstukken ingaan die dit onderwerp oproepen, vraagstukken die wellicht u direct niet aangaan of die u niet als rechtelijk relevant zult beschouwen, maar die dat wellicht wel kunnen zijn voor de Rechter, alsmede de Rijksinspectie in Haarlem, waarmee ik twee keer contact opgenomen heb, en voor het Ministerie van Onderwijs, met name Minister van der Hoeven, en andere niet nader genoemde belangstellenden in deze zaak. Allen zal ik een kopie doen toekomen, daar dit immers in wezen een publieke zaak is, en schoolverzuim en daarmee verwante problemen in de gehele samenleving, sinds geruime tijd volop in de belangstelling staan. 

 

Om te beginnen wil ik ingaan op uw brief. U schrijft dat in de loop van uw werkzaamheden gebleken is dat "Christiaan, geboren op 15 maart, al een tijd niet op school is geweest" en dat "dit gezien wordt als vermoedelijk ongeoorloofd verzuim en is daarom een overtreding van artikel 2 van de Leerplichtwet 1969."

 

Ten eerste wil ik opmerken dat vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim nog geen daadwerkelijke wetsovertreding is, maar alleen een vermoedelijke, een verdenking dus.

 

Ten tweede is het zo dat ik op de website van de Nederlandse Landelijke Vereniging van Leerplichtambtenaren[1] mij met de daarop te vindende thema's Leerplichtwet en 100 jaar leerplicht enigszins heb bezig gehouden. Daarbij is mij opgevallen dat de leerplichtwet oorspronkelijk tegen zeer veel weerstand in en met de kleinst mogelijke meerderheid (50 voor en 49 tegen) op het nippertje door het parlement aangenomen werd – men beschouwde onderwijs nog c.q. reeds destijds als een onderwerp in het kader van het vrije geestesleven waarmee de overheid eigenlijk zich niet moest gaan bemoeien, laat staan ingrijpen, maar waar als een consequentie van vrijheid van onderwijs zelfbeheer en eigen regelgeving moest heersen. En als dus de lieve graaf Schimmelpennick op weg naar het Binnenhof om zijn tegenstem in te brengen, niet van zijn paard was gevallen, was deze wet er wellicht helemaal nooit gekomen.

Deze wet was een antwoord op het verrichten van kinderarbeid, en als zodanig ook een kind van het toenmalige tijdgewricht, toen de nijpende zog. sociale kwestie nog niet naar de derde en vierde wereld was geëxporteerd. Daar echter van het gevaar van kinderarbeid vandaag de dag hier te lande echter geen sprake meer kan zijn, is daarmee de eigenlijke motivering voor deze wet weggevallen en is deze wet dus in wezen achterhaald.

 

Hetzelfde kan men zeggen voor het in 1969 aan banden leggen van het thuisonderwijs –  dat zoals vele studies in het buitenland hebben aangetoond, in 't algemeen zelfs beter scoort dan het normale schoolonderwijs [2] – met het doorslaggevende, maar nivellerende argument dat dit soort onderwijs elitair zou zijn. Hier werd vanuit het principe of ideaal van gelijkheid, dat slechts betrekking heeft op het rechtsleven (wetgeving en handhaving) en wat voor alle burgers geldt, geargumenteerd i.p.v.vrijheid, waarbij het om de enkeling, ja het recht op individualiteit [3] gaat. Symptomatisch voor de huidige, ondanks alle goede bedoelingen toch door begripsverwarring groeiende, overdreven en nimmer waar te maken verantwoordelijkheidsaanspraak van de staat is de uitspraak die toegeschreven is aan Minister Van der Hoeven in een recent artikel in de NRC [4] over de aangetoonde voordelen van thuisonderwijs: "Ze kent de onderzoeken ook, maar dat geeft haar nog niet de zekerheid dat thuisonderwijs in alle situaties goed werkt. En het is nu eenmaal haar verantwoordelijkheid at alle leerlingen goed onderwijs krijgen." In de praktijk bestaat een zulke zekerheid natuurlijk nooit, maar theoretisch kan het ook nooit  zo zijn dat van een minister mag worden verwacht dat deze verantwoordelijk zou zijn voor het feit dat alle leerlingen goed onderwijs krijgen. En wat is goed onderwijs? Dat is en blijft immers een verantwoordelijkheid van de ouders en leraren; de minister kan hoogstens ervoor zorgen dat kinderen een recht op onderwijs, een leerrecht toekomt, wat in feite neerkomt op het universele recht dat elk kind een individueel mens, als individualiteit zijn eigen soort, kan en mag worden en daarvoor de nodige hulpmiddelen, ondersteuning en begeleiding krijgt. Wanneer in het onderwijs het kind niet (meer) gezien wordt als een soort leegstaand vat dat met allerlei abstracte inhouden vol dient te worden gepompt, maar als een zich reïncarnerend wezen met aangeboren talenten, die ontdekt, aangeboord en tot bloei dienen te worden gebracht, dan wordt dit leerrecht immers een niet door leerplicht af te dwingen vanzelfsprekendheid, dat dan tot die van de minister gewenste zekerheid kan leiden.     

 

Welnu, dit laatste is altijd een opgave van de deugden geweest en juist deze vormen een van de hoekstenen van de op 26 november j.l. door mijzelf en Christiaan begonnen Willehalm Academie i.o. daarmee ook zelf van de nood een deugd makend. Deze nood bestond in het feit dat na het ter ziele gaan verleden schooljaar van de enige staatsvrije vrijeschool bovenbouw in 't land, namelijk de Vrije School Feniks in Meppel, die als zodanig door de Minister gedoogd werd, er voor Christiaan geen enkele school in het land, laat staan binnen een bereik van 20 km, bleek te zijn die hem, ondanks alle pogingen van mij en zijn moeder, tot enig geregeld schoolbezoek kon motiveren. Zo raakte hij in een depressie, kon niet tijdig inslapen en niet op tijd opstaan. Over de barricades die hij thuis bij zijn moeder daadwerkelijk  weken lang opbouwde, over zijn uitspraak dat hij zelfmoord zou plegen als hij door toedoen van de toenmalige leerplichtambtenaar gedwongen zou worden om tegen zijn wil toch naar school te gaan, over de heftige taferelen die zich toen tussen hem en zijn moeder weer afspeelden, bent u inmiddels ingelicht en zoniet kunt u de betreffende rapporten etc. opvragen bij de verschillende artsen, psychologen en therapeuten die inmiddels bij deze zaak betrokken geraakt zijn.

 

Deze zochten de oorzaken van dit probleem onder meer in een (gescheiden) gezin, terwijl ik, op grond van het feit dat Christiaan op de Vrije School in Meppel geen enkel probleem had, in tegendeel daar graag en gelukkig vanuit Amsterdam wekelijks heen en weer ging, van mening was dat de oorzaak voor zijn schoolverzuim in het ontbreken van het soort Vrijeschool onderwijs lag dat hij aldaar kon volgen en ja genieten, en dat dus de oplossing lag in het oprichten en het aanbieden van een soortgelijk onderwijs.

 

Toen ik dus met lede ogen moest aanzien hoe deze patsituatie in het verleden najaar maar door bleek te gaan, pas toen heb ik als vader - en iemand die oorspronkelijk ook vrijeschool leraar wilde worden, maar na drie maanden de opleiding daarvoor aan het Goetheanum in Dornach, het onderzoekscentrum van de door Rudolf Steiner in 1923 heropgerichte Anthroposofische Vereniging opgegeven heeft - pas toen kon ik niets anders dan zelf ingrijpen en heb ik Christiaan aangeboden om bij mij op het Willehalm Instituut (zijn moeder en ik zijn niet getrouwd en wonen apart in Amsterdam Oost/Watergraafsmeer) dagelijks verder te gaan, iets waarmee wij al eerder op zondags waren begonnen: het lezen en bestuderen van de zogenaamde arbeidersvoordrachten van Rudolf Steiner, alsmede het trachten in de praktijk te brengen van het door het Willehalm Instituut als een praktische bijdrage aan de discussie over normen en waarden [5] uitgegeven boekje De Deugden - twaalf meditaties op de maanden van het jaar van een van mijn vroegere leraren in Dornach, Herbert Witzenmann, gebaseerd op aanwijzingen van Rudolf Steiner, waarvan ik u of uw collega al een kopie heb gegeven. Deze studie en les ging en gaat gepaard met fysieke oefeningen en dagelijkse tennis training sessies, daarnaast ontvangt Christiaan twee keer per week tennisles bij de Tennis Academie van Henk Maarten Chin, voormalige bondstrainer van Malta. (Christiaan ziet in tennis een carrière als speler of trainer, ikzelf ben vroeger tennisleraar in Canada geweest, en heb op het universiteitsteam van McGill in Montreal gespeeld. Afgestudeerd ben ik in 1965 in muziek en filosofie).

 

De voordrachten, die Rudolf Steiner tussen 1922 en 1924 op hun verzoek aan de bouwvakarbeiders van het eerste en, nadat deze door brandstichting was verwoest, tweede Goetheanumgebouw had gegeven, vormen in wezen de grondslag voor een nieuwe spirituele natuurwetenschap, en herstellen de brug tussen de sinds de oudheid uiteengevallen bereiken van wetenschap, kunst en religie. Begonnen zijn wij met een reeks die onder de titel Natuur en Mens zijn uitgebracht. Dit bleek nu precies in de behoeften te voorzien, die bij Christiaan aanwezig bleken te zijn en die ik bij hem had vastgesteld tijdens lange gesprekken die met hem had gevoerd om er achter trachten te komen, waar zijn angsten en objecties tegen het hem aangeboden reguliere onderwijs vandaan kwamen. Het kwam op het volgende neer: Hij wilde zich wapenen tegen datgene in het onderwijs dat volgens hem medeverantwoordelijk was voor de slechte toestand van de natuur, het milieu, en de mens, de mensheid of de samenleving. Het antwoord van de leraar van het Christelijke Peter Nieuwland College in Amsterdam Oost waar hij, alvorens hij naar Meppel ging, nog was ingeschreven, namelijk (in mijn woorden) dat het onderwijs normatief waardevrij is en als zodanig de leerlingen slechts de middelen bijbrengt en dat deze dan ten goede en ten kwade konden worden ingezet – de leraar gebruikte het voorbeeld van een tennisraket dat je kon gebruiken om een bal te slaan of iemand op zijn hoofd te meppen – bevredigde Christiaan niet, die meende dat het onderwijs ook de leerlingen het juiste gebruik van de middelen  bij moest brengen. In die zin sloten dus de voordrachten in Natuur en Mens bij zijn behoefte aan, omdat in deze voordrachten op een bijna sprookjesachtige en verbluffend beeldende en spelende manier de natuurwetenschap gespiritualiseerd wordt en de gezamenlijke oorsprong van mens, natuur en de wereld in scheppingsverhalen wordt uitgelegd, zodanig dat ook hier de hevige strijd tussen de materialistische evolutieleer van de Darwinisten en de religieuze creationisten van de Bijbel wordt beslecht. De wereld en de mens zijn dus niet in het zinloze geweld van de oerknal ontstaan en zullen ook niet in het zinloze geweld van een warmte dood in een verre toekomst ten onder gaan. - Bij de volgende reeks voordrachten, die onder de titel Beelden van de evolutie zijn verschenen, lazen wij dan tot onze niet geringe genoegdoening in het voorwoord van de uitgever: "Rudolf Steiner moet eens gezegd hebben: Als je wilt kijken hoe het onderwijs in de 21ste eeuw er uit gaat zien, dan moet  je naar mijn arbeidersvoordrachten kijken."[6] Hier zijn we dus mee bezig.

 

Welnu, alles goed en wel, zult u wellicht zeggen, maar feit is dat Christiaan niet die school bezoekt waar hij formeel ingeschreven staat en bovendien, zoals u verder schrijft: "Mij is echter gebleken dat de gemaakte afspraken niet worden nagekomen, van geregeld schoolbezoek is nog steeds geen sprake."

 

Hierover is het volgende te zeggen. Volgens Christiaan is de afspraak met u die, dat hij zou proberen naar school, het Montesori Lyceum  te gaan. Deze afspraak zegt hij met u gemaakt te hebben in het bijzijn van zijn moeder die het wellicht kan bevestigen. Deze afspraak is hij nagekomen: hij heeft het inderdaad een aantal dagen, weken geprobeerd, maar het is hem, zoals aangegeven, niet gelukt. Indien dit juist is, kan van een geschonden afspraak dus geen sprake zijn. Van ongeregeld schoolbezoek is ten dele wel sprake in strikt juridische zin, maar niet realiter, daar Christiaan sinds november 26 geregeld op de Willehalm Academie (i.o) door mij en elders door anderen (Tennis Academie) onderwezen wordt. Zoals bekend, waren wij van plan om hem op de Iederwijs school vlak in de buurt vanaf december in te schrijven, onder het kader waarvan hij dan op het Willehalm Instituut en Uitgeverij stage zou lopen. Deze inschrijving ging niet door mede omdat dit Iederwijs initiatief op 1 januari 2004 ophield te bestaan.

 

Met andere ouders en leraren in 't land ben ik ook bezig, in het verlengde van de Willehalm Academie, een nieuwe vrijeschool  bovenbouw van de grond te tillen: alle nodige elementen schijnen daarvoor, zowel van de kant van aanbod als van behoefte, aanwezig te zijn. Om als een instelling van het voortgezet onderwijs erkend te worden, dient deze volgens de wet als rechtspersoon (vereniging, stichting, onderneming) ingeschreven te zijn. Als een initiatief van het Willehalm Instituut, dat sinds 1990 in Nederland actief is, wil ik daarmee aansluiten bij de reeds eerder genoemde Anthroposofische Vereniging, met name aan diens statuten, waarvan aangetoond is dat deze de rechtsgrondslag vormen voor welke samenwerkingsverband dan ook die op het bewustzijnsniveau van onze tijd wil staan.[7]

 

Op 28 mei a.s., de sterfdag van Willehalm, Willem van Oringen, de eerste Frankische Willem van Oranje en oprichter van het Oranjehuis, die in de 11de eeuw tot beschermheilige van de ridders werd verklaard, hoop ik tijdens een oprichtingsvergadering de Willehalm Genootschap als rechtspersoon van de verschillende genoemde initiatieven  in het leven te roepen en wel in samenhang met de uitgave van een nieuwe, tweede editie van "Wilhelmus van Oranje, Parzival en de Graal – deel I: Willehalm-Kyot."[8]  In dit boekdeel is te lezen hoe deze Willehalm, samen met zijn van oorsprong Arabische vrouw Arabel die hij in zijn gevangenschap tot het Graalschristendom had bekeerd, in zijn Christelijke Gellone Academie in het naar hem genoemde St.-Guilhelm-du Désert in Zuid-Frankrijk jonge edelen onderwees en opleidde. Waarlijk een inspirerende naam dus voor een uit het leven gegrepen poging tot vernieuwing van het onderwijs.

 

Tot ten minste die tijd verzoek ik u, dan wel uw Minister, dit initiatief in een of ander vorm te erkennen, dan wel te gedogen, opdat het verder gedijen kan.

 

Hoogachtend,

 

Robert Jan Kelder  

 

c.c. kopie naar o.a. Minister van der Hoeven, Rijksinspectie voor het onderwijs, het Montessori Lyceum.



[1] www.lvla.nl

[2]  Zie  de o.a. websites van de Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs: www.nvvto.nl en van Levenderwijs www.slot.org/levenderwijs, die beide acties aan het ondernemen zijn om het recht op thuisonderwijs in ere te herstellen door petities aan de tweede kamer, acties die ik van harte steun.

[3] Zie Herbert Witzenmann, Het recht op individualiteit – Wereldpolitieke uitzichten, Willehalm Instituut werkvertaling, Amsterdam 1997.

[4] Waarom je kind naar school sturen, als je het thuis alles kunt leren, van M. Snoeiien. NRC Handelsblad van 31 januari/1 februari p. 59.

[5] Het cultiveren en handhaven van normen en waarden is in wezen een taak van het geestesleven, onderwijs dus kunst, religie en wetenschap en niet van de overheid. Deze is veeleer verantwoordelijk in een rechtsstaat voor de vorming en handhaving van rechten en plichten.  Dit volgt uit het idee van de door Rudolf Steiner ontdekte idee van de driegeleding van het sociale organisme. De staat dient zich derhalve terug te trekken uit het geestes- en het bedrijfsleven, en zich te concentreren op het rechtsleven, waar hij zich veel sterker moet maken dan vandaag de dag het geval is. De steeds sterker wordende roep naar staatsinmenging in het bedrijfsleven om excessen aldaar te voorkomen neemt niet weg dat het de elementen van de economie zelf moeten zijn, de consumenten, handelaren en producenten, die zich in associaties moeten verenigen om de misstanden te lijf te gaan. (Zie o.a. Herbert Witzenmann, De rechtvaardige prijs - Inleiding op de cursus wereldeconomie van Rudolf Steiner als de nieuwe vorm van de sociale driegeleding, Willehalm Instituut werkvertaling, Amsterdam 1994).

[6] Rudolf Steiner,  Beelden van de evolutie, Amsterdam, Pentagon 1988, p. 15. De uitgever Bart Muijres schrijft hier: "Daarmee is vooral veel gezegd over de manier van spreken en denken: beeldend en steeds verankerd in het leven en in de ervaring van de toehoorders. Van levenloze, abstrakte begrippen kan geen sprake zijn." En bron voor het citaat van Rudolf Steiner over het onderwijs van de 21ste  eeuw wordt niet vermeld, maar vermoedelijk sprak hij deze woorden tegen Elizabeth Vreede, de Nederlandse arts, die door Rudolf Steiner als oorspronkelijke bestuurslid van de Anthroposofische Vereniging werd gekozen.

[7] Artikel 1 van de 15 statuten luidt: "De Anthroposofische Vereniging dient een vereniging van mensen te zijn die het zielenleven in de enkeling alsook in de samenleving willen verzorgen op de grondslag van een ware kennis van de geestelijke wereld." In die zin had en heeft de Anthroposofische Vereniging eigenlijk de taak om de geestelijke gezondheidszorg uit handen van de staat te nemen, opdat deze zich op zijn eigenlijke opgave kon  en kan richten, namelijk de rechtsstaat te versterken. Anthroposoof-zijn zou dan ook een beroep kunnen worden, net zoals b.v. psycholoog dat geworden is. Zie Herbert Witzenmann, De principes van de Anthroposofische Vereniging, Werkvertaling Willehalm Instituut, 1998. Daarin zijn ook twee sociaal-esthetische studies over een vrije anthroposofische universiteit opgenomen, "Een weg naar het geestelijke Goetheanum"en "Over het Vrije Hogeschoolwezen". Daaraan wordt de basis ontleend voor de uitspraak dat de Willehalm Academie (i.o.) ook een vorm van pre-universitair onderwijs wil vormen, opdat de leerlingen van de Vrijeschool bovenbouw, indien gewenst, door kunnen stomen naar een vorm van niet-materialistisch, maar anthroposofisch georiënteerd hoger onderwijs, die overigens al ten dele bestaat.

[8] De eerste editie van 50 exemplaren werd op 26 januari 2002 als een huwelijksgeschenk aan het kroonprinselijk bruidspaar in de Oude Kerk in Amsterdam feestelijk gepresenteerd. Tijdelijk uitverkocht.