Herbert Witzenmann (1905-1988) had in zijn jeugd ontmoetingen met Rudolf Steiner die doorslaggevend werden voor het vinden van zijn eigen ontwikkelingsweg. Hij nam de oorspronkelijke intenties van Rudolf Steiner op, zoals deze ze in zijn autobiografie beschrijft ("mijn poging door het natuurwetenschappelijke denken heen tot de geestelijke wereld te leiden”).

            Na afloop van zijn academische studies (hij studeerde muziek, kunstgeschiedenis, machinebouw en filosofie o.a. in Heidelberg bij Karl Jaspers), was Witzenmann tientallen jaren lang werkzaam in de leiding van een industriële familie-onderneming. Na het einde van de tweede wereldoorlog gaf hij voordrachten en trad hij op als docent en schrijver. Hij was tevens enige jaren redacteur van het anthroposofische tijdsschrift "Die Drei" in Stuttgart.

            In 1963 werd hij door Albert Steffen, de Zwitserse dichter en plaatsvervanger van Rudolf Steiner als eerste voorzitter van de "Allgemeine Anthroposophische Gesellschaft", benoemd tot bestuurslid van deze vereniging. In het kader van de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap aan het Goetheanum nam hij de leiding over van de "Sectie voor sociale wetenschap" en de Jeugd-sectie.

            Vanaf 1968 ontstonden er in verband met de "boekenkwestie" (waarop in dit geschrift nader wordt ingegaan) tussen Witzenmann en de overige bestuursleden fundamentele en blijkbaar onoverbrugbare verschillen van opvatting over het wezen van de Anthroposofische Vereniging en de Vrije Hogeschool. Dit leidde tot een breuk en in 1972 werd het hem en zijn medewerkers (waaronder vooral de leden van de als werkgroep op inhoudelijk gebied in 1968 te Dornach opgerichte "Arbeitskreis zur geistgemäben Durchdringung der Weltlage”) onmogelijk gemaakt hun werkzaamheden verder binnen het Goetheanumgebouw te verrichten. Vervolgens zette hij in de zin van de ideële Vrije Hogeschool en met de steun van zijn medewerkers zijn sectiewerk voort (binnen het kader van het spirituele Goetheanum) tot aan het einde van zijn leven. Zo stichtte hij in 1973 in Dornach als kern van de uit zijn werkzaamheid als leraar voortvloeiende ideeëngemeenschap het "Seminar für freie Jugendarbeit, Kunst und Sozialorganik", waarvan hij ook de leiding overnam.

Na zijn dood werd in Pforzheim in 1988 de stichting "Witzenmann gemeinmützige Stiftung” opgericht om zijn omvangrijke werk uit te geven, dat door het al zo’n twintig jaar eerder in Dornach opgerichte Gideon Spicker Verlag (nu in Krefeld, Duitsland) gepubliceerd wordt. Een deel daarvan is inmiddels in verschillende landen vertaald. In vele landen bestaan er bovendien culturele centra en werkgemeenschappen die op de door Witzenmann ontwikkelde “struktuur-fenomenologische” grondslag van een moderne vertegenwoordiging van de geestes- of graalwetenschap zoals Rudolf Steiner zijn anthroposofie ook genoemd heeft, werken. In september 1998 vond in het Goetheanum, Dornach een Herbert Witzenmann conferentie plaats, die tot nu toe geen vervolg heeft gekregen.