HOOFDSTUK 49

 

Gerritsen bestelt warme melk, Dr. Troublemaker mineraalwater. Het Van Der Valk restaurant boven de weg van Den Haag naar Wassenaar is, op een paar voorbijgangers na die koffie of thee zitten te drinken, leeg op deze vroege ochtend in januari. De serveerster brengt de drankjes en gaat discreet weg.

                “De generaal eist dat de hele zaak aan Sharon moet worden overhandigd. Ik moet naar de Israëlische ambassade gaan!“ zegt Dr. Troublemaker.

                „Ik zou dat niet op die manier doen!“

                „Nee!?“

                „Nee! Bovendien, Rudie heeft je nog niet eens betaald!“

                „Maar Healey dringt er werkelijk op aan!“

                „Dat is makkelijk praten voor hem! Jij moet dat zelf beslissen. De Israëliërs gaan je bedriegen.“

                Dr. Troublemaker neemt een slokje van zijn mineraalwater. „We zullen zien! Waarom wilde je me ontmoeten?“

                „Ken je de voorzitter van Amnesty International?“

                „Ja! Frits Rüter.“

                „Frits is niet langer voorzitter. Ken je de rechter R.H.?“

                „Nee! Wie is dat?“

                „Hij is de nieuwe voorzitter van Amnesty International. Wij ontvingen informatie dat hij geprobeerd heeft de arrestatie van een oorlogsmisdadiger tegen te houden, met behulp van Brilman.“

                „Brilman?“

                „Openbare aanklager voor oorlogsmisdaden.“

                „Zo!“

                „Rechter R.H lijkt in lijn met Moskou te handelen.“

                „Maar Moskou beschermt geen oorlogsmisdadigers.“

                „Dat denk je maar.“

                „Wat bedoel je“

                „Moskou gebruikt die verraders om essentiële informatie over onze strategische geheimen te verkrijgen.“

                „Zo zo! Welke oorlogsmisdadiger gaat het om?“

                „Mengele!“

                „Dr. Josef Mengele?“

                „Blijkbaar. Maar waarom speel je dom? Ik weet dat je hem op ‘t spoor bent gekomen.””

                „Dan weet je meer dan ik!“

                Gerritsen neemt een slokje van zijn warme melk, zet zijn glas op tafel terug en kijkt zijn metgezel diep in de ogen. „Natuurlijk! Dit is mijn land! Ik weet alles over jouw onderzoek in het klooster waar Dr. Mengele de nieuwe paus heeft ontmoet. Maar check alsjeblieft alleen bij de generaal in hoever rechter R. H. is betrokken bij Operatie Titanen! Wij moeten dat weten!“

                „Operatie Titanen? Wat is dat?“

                „Speel toch niet zo dom!  Kan je de generaal vragen of de rechter het groene licht heeft gekregen of heeft hij werkelijk verraad gepleegd? Kan je dit alstublieft voor me doen?“

                „Geen probleem! Ik zal dat aan hem melden! Kan ik hem vertellen dat jij dat beweert?“

                „P.P. beweert dat!“

                „Goed! Ik zal rapporteren dat jij me verteld hebt dat P.P. dit alles beweert.“

                „Dat is vertrouwelijk!“

                „Natuurlijk!“

 

*

 

Dr. Troublemaker overhandigt zijn officiële RPI identificatie aan de portier van de Israëlische Ambassade in Den Haag. „Hier“

                De portier staart naar de plastic kaart. „ Met wie heeft u een afspraak?“

                „Ik heb geen idee,“ zegt Dr. Troublemaker. „Ik werd alleen verteld om hierheen te komen.“

                „Waar gaat ‘t om?“

                Dr. Troublemaker wordt boos. „Dat gaat u niets aan! Laat gewoon de ambassadeur weten dat ik hier ben en alles komt in orde.“

                De portier schrapt zijn keel. „De ambassadeur is er niet! Dit is het consulaat!“

                „Dat weet ik! Maar de ambassadeur is in zijn residentie. Telefoneer hem en zeg dat ik hier ben.“

                De portier neemt de plastic kaart nog eens en bekijkt hem. „Hoe weet u dit allemaal?“

                „Wat?“

                “Dat onze ambassadeur niet hier is?“

                „Oh mijn God! Alstublieft, wees zo vriendelijk om de ambassadeur te bellen! Ik heb geen tijd om met u hier te debatteren …“

                „Oké doctor! Neem plaats en wacht hier!“ zegt de portier. Hij wijst naar een stoel in een smalle gang. Dr. Troublemaker gaat er zitten.

                Generaal Healey had Dr. Troublemaker gevraagd om naar deze ambassade te gaan waar de ambassadeur hem persoonlijk geheime documententen zou leveren over een samenzwering van Arabische terroristen met Nederlandse misdadigers die van plan zijn atoombommen te maken. Dr. Troublemaker was tegen het idee van een bezoek aan de Israëlische ambassade, maar Healey benadrukte dat het uiterst belangrijk was en dat de hele operatie nu in handen was van zijn goede vriend Sharon.

                 „Doctor!“ zegt de portier.

                „Ja mijnheer“

                „Hoe lang u kent Inan Cohen?“

                Dr. Troublemaker kijkt de portier in uniform aan. Hij is als een vriend naar deze ambassade gekomen. Dr. Troublemaker ontmoette drievoudige UDBA-MOSSAD-BVD agent, schilder Inan Cohen via zijn verloofde Iris. Inan had op alle mogelijke manieren geprobeerd om met hem in contact te komen. Hij bezocht Dr. Troublemaker toen hij in voorlopige hechtenis in Den Haag was. Later, na zijn vrijlating, ontmoette Dr. Troublemaker Inan nog een keer. Inan had zijn dichtgeklemde vuist op zijn tempel gezet als teken van de Internationale Bolsjewiek groet. Vanaf dat ogenblik verbrak Dr. Troublemaker alle contacten met deze provocatieve agent.

                Dr. Troublemaker is door de vijandige ontvangst van deze werknemer in de Israëlische Ambassade geschokt en nu wordt hij zelfs ondervraagd! Hij vindt het walgelijk. „Bent u vertrouwd met het feit dat ik jullie `Musad' man ken?“

                „Musad?“

                „Ja! MOSSAD is de Israëlische club en zijn vrienden. Musad is de club van Gadafi  Musa Kusa, niet waar? Zo, dan heb je Musad!“

                „Hmm! Hmm! Wat wilde u van Inan?“

                Dr. Troublemaker lacht. „Vriendelijke portiers plaatsen in de Israëlische ambassade!“

                Na een korte pauze, wordt de ingangsdeur geopend. Zo’n twintig MOSSAD agenten komen binnen, de ene na de andere. Allemaal begroeten ze Dr. Troublemaker. De portier laat ze door. Dr. Troublemaker herkent een gebaarde heer als de Algemene Consul, die de portier in het Hebreeuws aanspreekt: „Ben je gek geworden? Waarom heb je ons geroepen? Dit is Dr. Troublemaker! Hij heeft een fotogeniek geheugen. Nu kan hij iedereen herkennen! Hij onderzoekt ons ook!“

                Dr. Troublemaker heeft er genoeg van.”Open de uitgangsdeur alsjeblieft! Ik heb hier verder niets te zoeken!“  Hij verlaat de Israëlische Ambassade.

 

* * *