RPI- BRIEW PAPIR =3.jpg

RPI- BRIEW PAPIR=3.jpg

Open brief aan Mevr. Hank Heijn

 

DE VERZOENING – JA, MAAR MET WIE???

 

Amsterdam, zaterdag 23 september 2006

 

WORLD DIRECTOR RESERVE POLICE INTERNATONAL

Dr. Slobodan Radojev Mitric

Zeeburgerdijk 25

1093 SK Amsterdam

 

Dag Mevrouw Heijn,

 

Mooie titel van uw eerste boek: “DE VERZOENING” maar, verzoening met wie?

                Ik begrijp dat u de heer elektro-ingenieur E. bedoelt. Goed, dat is uw zaak en ook uw goed recht.

                Maar wat heb ik u, zo ‘edele’ mevrouw, voor slechts aangedaan, dat u mij trakteert met ene Karate Bob, “ooit gearresteerd voor meervoudige moord en verkrachting...”?

                Ten eerste, ben ik nooit voor een moord gearresteerd, en tot de aanhouding wegens verkrachting  kwam het omdat ik, zoals u weet, die “gouden tip" had.

                Dus u heeft zich nu verzoend met één van de ontvoerders en moordenaars van uw man, maar tegelijkertijd bent u bezig degene die deze ontvoering en moord wilde voorkomen, zwart te maken.

Stank voor dank, mevrouw Heijn.

                Zoals u en uw familie reeds weten:  Het plan om uw man te ontvoeren en te vermoorden was, ruim op tijd vóór uw man was ontvoerd en vermoord, bekend bij de Nederlandse justitie en de geheime diensten...

                Waarom bedankt u mij op die manier, ‘edele’ mevrouw Heijn? Bent u kwaad op mij, omdat ik geprobeerd heb het leven van uw man te redden?

                Wat voor mens bent u eigenlijk?

                Een paar uur vóór ik begon deze brief te schrijven, werd ik onder schot gehouden door een Nederlandse douanier. Ik was onderweg naar mijn uitgever R. J. Kelder om een kwitantie voor postzegels in z'n brievenbus te deponeren. Om

dat mijn lieve vrouw Iris 9 maanden geleden vermoord is in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis  (OLVG) in Amsterdam, en omdat ik haar schilderijen nog wilde en wil redden, was ik tevens onderweg om oud ijzer te verzamelen. Voor een kilo oud ijzer, ‘edele’ mevrouw, krijg ik 10 cent en kan ik, als ik de hele nacht door ga zoeken, de kar van mij daarmee vol laden.

                Dan kan ik misschien morgen bij uw zwager AH ook brood, melk en boter kopen, dacht ik.

                Maar ja, in Amsterdam zijn barre tijden uitgebroken; een behoorlijk opgewonden douanier heeft - nadat ik een zware fietssleutelketting van hem afgepakt had waarmee hij mij bedreigde - zijn dienstpistool gehaald, op mij gericht en mij bijna dood geschoten.

                Dit vertel ik u om te laten zien hoe raar het leven verloopt; hij had mij willen doodschieten, omdat een Turk anders zijn vuilniszakken had gescheurd en hij mij ervan verdacht deze viezerik te zijn.

                Later, toen hij gekalmeerd was, heb ik hem verteld dat ik geen Turk ben, maar een christelijke Montenegrijn, wiens volk nooit onder de Turken heeft geleefd, enz., enz., enz.

                Natuurlijk mevrouw, heb ik hem niet aangegeven. Want dan had hij meteen vast komen te zitten wegens bedreiging, voor poging tot moord, c.q. doodslag, c.q. weet ik veel. En tenslotte, ik ben geen NSB'er die op de hoek van de straat staat, ‘edele’ mevrouw...

                Maar ik denk dat ik met deze douanier in de toekomst wel bevriend zal worden. Want dankzij deze douanier die mij vanavond niet heeft doodgeschoten, heb ik vannacht van mijn uitgever een kopie van uw overgeefsel  gekregen.

                Anders was zo nooit de waarheid boven water gekomen.

                Want zoals u weet, is het mij verboden om ooit iets over deze ontvoering te zeggen of te schrijven, onder de bedreiging dat ik naar Joegoslavië (of nu Servië) naar mijn dood zou worden gestuurd, indien ik dat wel zou doen.

                Welnu, omdat u nu bent begonnen, ‘edele’ mevrouw Heijn,  zal ik de rest eraan toevoegen.

                Immers, God heeft mij vanavond voor de toorn van een opgewonden douanier gespaard.

                Misschien willen ook wijlen uw man en wijlen mijn lieve vrouw Iris weten met wie u zich hebt verzoend en waarom u mij dan toch aanvalt.

                Wie weet?!

                Nu weet u beter dan wie dan ook wat u daar schrijft, daarom hoef ik niet alles te citeren.

                De zin, zoals te lezen valt op blz. 83 van uw boek, dat ene Karate Bob beweerd heeft de gouden tip te hebben, is bij mij overgekomen als een spottende opmerking, waarmee u, ‘edele’ mevrouw Heijn, mij als een charlatan beschrijft, ondanks het feit dat u de waarheid kent.

                Wat is er werkelijk met u gaande, mevrouw Heijn?

                Waarom snijdt u in het lichaam en de geest van uw man, zoals de moordenaars dat al reeds gedaan hebben?

                Ongeveer een half jaar voordat u man in het vizier was genomen om hem iets aan te doen wat ook later is gebeurd, was er ergens op het hoogste nivo van dit land boven tafel gekomen wat de duistere types, die later uw man hebben uitverkoren, eigenlijk van plan waren te doen.

                Toen heeft een weledele man uit de VS mij beleefd gevraagd om dat niet te laten gebeuren.

                Dus heb ik mij in de afvalputten van uw maatschappij moeten begeven om met succes te kunnen voorkomen wat die onmensen van plan waren.

                Het gaat u verder niets aan, mevrouw Heijn, waarover en over wie       het ging.

                Maar een zekere, mislukte elektro-ingenieur, die ontslagen was, ging een rol spelen door voor die duistere types een paar speciale telefoons te ontwikkelen.

                Een genie weliswaar, maar toch een idioot die zijn volmaakte werk in handen van dienaren van de duisternis had gegeven.

                Met een van deze toen enorm grote telefoons, die in een grote bandrecorder (als camouflage) was ingebouwd, heb ik een paar uur uit de Ferrari van één van de maffiosi (die nota bene ook lid van de Inlichtingendienst Buitenland, IDB was en een persoonlijke seksvriend en heroïnecompagnon van een prins uit een Aziatisch land was geworden) gesprekken gevoerd met machtige mensen in de VS.

                Nu is het natuurlijk voor u, mevrouw Heijn, net zoals iedereen mogelijk om met de huidige mobiele telefoons te bellen naar wie dan ook, maar u zult zich nog wel kunnen herinneren dat destijds, toen uw man nog leefde, dat niet het geval was. Dus dat was een wonder. Maar een wonder was het ook dat in die tijd geen enkele dienst van de westerse overheden over zulk technologisch vernuft beschikten, behalve de Nederlandse maffia.

                Vind u, kruideniersvrouw, het niet wonderbaarlijk wat de heer E. uitgevonden had?

                Een president, een paar senatoren en een aantal generaals van de VS vonden deze uitvinding toen zeer belangrijk en wilden die - koste wat kost- in handen krijgen, iets wat hen later ook gelukt is.

                En toen kon je via de uitvinding van de heer E. bellen op kosten van wie dan ook op het vaste net.

                Ik heb gekozen om deze gesprekken met Amerika te voeren op kosten van hare majesteit (via haar privé nummer - want de Nederlandse maffia had die ook), want ik hoopte dat ‘Bea’ mij dat niet kwalijk zou nemen (ik dacht wel zeker dat het ook in haar eigen belang was).  En ook was ik - in die tijd - door een escorte van haar veiligheidsdiensten 24 uur per dag beschermd.

                Leuk toch kruideniersvrouw, vind u niet? Wat er verder is gebeurd: dat gaat u weer niets aan.

                Maar de duistere typen in deze casus die overgebleven zijn op deze aarde hebben zich niet neer gelegd bij hun streven (ondanks behoorlijke verliezen van hun leidinggevende figuren) om door een bliksemactie rijk te worden en hebben toen een iets minder belangrijke prooi uitgezocht.

                Waarom? Vraag dat aan degene waarmee u zich nu hebt verzoend. Zij waren tevreden met die paar miljoen die zij via uw familie hebben gekregen.

                Het overgrote deel van de maffialeden van de bazen van de heer E. - jammer genoeg nog niet allemaal - zijn overigens na de ontvoering van en moord op uw man van de aardbodem verdwenen en hebben er dus niet veel van kunnen genieten. Niet verdwenen omdat zij uw man - naar mijn mening - onvergeeflijke schade hebben berokkend. Nee, mevrouw Heijn, om een minister president in die tijd (voor wie ik nog heb gepleit om hem ook te beschermen) maakte men zich niet erg druk, laat staan om een ‘kruidenier’ met een zeer bedenkelijke levensgeschiedenis, maar vanwege wat zij oorspronkelijk in hun lege verdorven hoofden van plan waren geweest om te doen.

                De plannen om uw man te ontvoeren waren op tijd bekend gemaakt aan de Nederlandse justitie en de geheime diensten. Het plan volgens welke na de ontvoering van uw man hij tot tien of twintig zou moeten tellen, wat op bandrecorder opgenomen zou worden en dat dan zijn vinger zou worden afgesneden, waarna hij vervolgens gedood en begraven zou worden, is op tijd aan de bovengenoemde instanties gepresenteerd.

                Het geld in Nederlandse en buitenlandse valuta, de diamanten en al die zaken die u later verricht heeft, zijn aan de bovengenoemde instanties voorgelegd...

                Pas een maand later is uw man ontvoerd en vermoord.

                Mijn inspanningen om uw man te redden kunt u niet als een ‘gouden tip’ beschouwen ‘edele’ kruideniersvrouw.

                Dat is geen gouden tip, dat noem ik iets anders.

                Ik heb alleen, toen uw man ontvoerd was en ik wist dat hij niet meer te redden was, geprobeerd via u, via uw zoon en via de broer van uw opgeofferde man getracht om in dat geval jullie ervan te gaan overtuigen het geld niet aan de moordenaars te geven.

                Maar zoals u weet, is dat mij niet gelukt, omdat ik na de ontmoeting met jullie gearresteerd ben en voor meervoudige verkrachtingen die ik niet gepleegd heb, onedele kruideniersvrouw, ook nog veroordeeld ben, nota bene door een rechter die te boek stond als een vijand van uw land; tenminste waren er ambtsberichten die in die richting wezen en die ik ruim voor de tijd dat uw man ontvoerd en vermoord was aan de machtigsten van deze aarde heb doorgestuurd.

                Wat voor misselijke personen zijn u, uw zoon en de broer van uw opgeofferde man!

                Maar ik kan u verzekeren: GOD ZIET ALLES, EN GOD ZAL IN DEZE CASUS HET NIET VERZUIMEN OM ERVOOR TE ZORGEN DAT DE HELE WAARHEID AAN DE WERELD BEKEND WORDT GEMAAKT EN DAT GERECHTIGHEID ZAL GESCHIEDEN...

 

Met de meeste walging,

 

SLOBODAN VON PIVA