Nr. 18 – 19 april 2002                           ISSN: 1385-3619                               Richtprijs €1,-

Willehalm Instituut Nieuws

 

Van Schastel Marveil

naar Munsalvaesche

 

De stap van de 9de eeuw naar 11 september 2001 is minder groot dan men denkt!

Meer over de achtergrond van een kosmopolitische "Burgtocht voor Wereldvrede"

 

Deze Willehalm Instituut Nieuwsbrief (WIN) nr. 18 is a speciale editie n.a.v. de Burgtocht op Pinksteren 2002 van Istein via Bazel naar Arlesheim, waarvan een allereerste aankondiging onder de titel Pinkstermars voor Wereldvrede op de volgende bladzijde  te lezen is en waarvan een beknopte versie in het Mei nummer van Motief, Maandblad voor antroposofie zal verschijnen.  Intussen wordt de laatste hand gelegd aan een veel uitgebreidere Duitse versie van deze nieuwsbrief, die als het eerste nummer van het Willehalm Institut Nachrichtenblatt binnenkort het daglicht zal zien.

Het vorige nummer van deze nieuwsbrief verscheen in december 2000 net na de afloop van de, zoals ik schreef, "door het Hoogste Gerechtshof in Washington ideologisch besliste verkiezingsstrijd tussen Bush en Gore." Intussen is het kabinet Kok vlak voor de verkiezingen op 15 mei over het Srebrenica-drama gevallen en is er ook elders op het wereldtoneel het nodige gebeurd dat dringend verdere opheldering behoeft, met name de schokkende gebeurtenissen van 11 september 2001, die – als men het vanaf het internet geplukte onderzoeksbericht hierover (http://geocities. com/mknemesis/homerun.html) in het door Thomas Meyer in Bazel, Zwitserland uitgegeven tijdschrift Der Europäer van maart 2002 kan geloven – wel eens een niet minder schokkende oorzaak zouden kunnen hebben: volgens de schrijver van dit onderzoek, ene Joe Viales, voormalig lid van de Society of Licensed Aeronautical Engineers and Technologists in Londen, zouden namelijk de Boeings die de Twin Towers van het World Trade Center en het Pentagon doorboorden niet door de piloten, d.w.z. de kapers, maar heimelijk vanaf "groundcontrol" koelbloedig door kringen dicht bij de Amerikaanse regering naar hun doelen zijn bestuurd! Als men nu realiseert dat het erop aankomt om in de zin van de Filosofie van de Vrijheid van Rudolf Steiner vanuit kennis te handelen, is het eigenlijk niet het thema veiligheid wat de hoogste prioriteit en de meeste aandacht in de wereld zou moeten krijgen, maar robuuste waarheidsvinding. Om dit af te dwingen zouden, bij voorbeeld, reizigers aan kunnen kloppen bij hun reisbureaus om te eisen dat (vooral de Europese) vliegtuigmaatschappijen garanderen dat deze de controle over hun machines niet zonder meer kwijt kunnen raken. Ook zou men zich kunnen voorstellen dat verzekeringsmaatschappijen, die immers met miljoenen claims van o.m. de nabestaanden van de slachtoffers te maken hebben of zullen krijgen, aan een rigoureuze, niets en niemand ontziende waarheidsvinding naar de achtergronden van de ramp van 11 september 2001 geïnteresseerd zouden moeten zijn. Het is dus te hopen dat er een moedige openbare aanklager in de VS, of andere instantie elders opstaat die het waagt deze enorme zaak aan te pakken om de ware feiten naar boven te brengen en de eigenlijke schuldigen ter verantwoording te roepen.       

 

Nu zou het kunnen lijken alsof de door het Willehalm Instituut georganiseerde burgtocht van Istein naar Arlesheim met de actuele gebeurtenissen van 11 september niets te maken hebben, maar dit is, wanneer men iets dieper hierop ingaat helemaal niet het geval. Deze burgtocht heeft immers tot doel om de aandacht te vestigen op het graal-onderzoek van Werner Greub dat onder de titel Wolfram von Eschenbach und die Wirklichkeit  des Grals reeds in 1974 door het Goetheanum, Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap in Dornach uitgegeven is en dat op basis van het Graalgedicht Parzival en het  heldendicht Willehalm tot een kijk op de gebeurtenissen van de eerste helft van de 9de eeuw komt die grondig afwijkt van wat de gangbare geschiedenisboeken ons hierover menen te moeten vertellen. Dit geldt vooral voor de biografie van Willehalm, de middeleeuwse Willem van Oranje en Toulouse en die van zijn broer Bernhard van Barcelona, die als de laatste beschermheren van het esoterische of Iers-Schotse (Keltische) Graalchristendom door de toenmalige autoriteiten (de geschiedschrijvers van de Roomse Kerk en het Karolingische Rijk) systematisch doodgezwegen dan wel zwart gemaakt zijn. Wij kunnen hierover verder niet in details treden – geïnteresseerde lezers  kunnen het zelf in het inmiddels ook in het Engels en deels in het Nederlands vertaalde werk nalezen[1] – maar het punt is dat dus reeds in de 9de eeuw de waarheidsvinding het slachtoffer werd van macht en intrige. Dit geldt inmiddels ook voor het werk van Rudolf Steiner, de anthroposofie of te wel wetenschap van de Graal, die ten gronde wordt gericht dan wel verdraaid en verraden door haar eigen zog. vertegenwoordigers.[2] Het is dus ook niet verbazingwekkend dat zog. anthroposofen, zoals de Duitse historicus Christoph Lindenberg, het werk van Werner Greub scherp veroordeeld hebben[3] en dat het Willehalm Instituut in zijn pogingen dit werk – als ooit aan het Goetheanum verricht onderzoek – in Nederland en elders te bevorderen geen enkele medewerking, laat staan ondersteuning van het bestuur van de Anthroposofische Vereniging heeft gekregen.

In de vorige 17 nummers van het Willehalm Instituut Nieuws heeft U, geachte lezer, onze visie kunnen volgen op hoe het met deze vereniging in Nederland gesteld is en heeft U het een en ander kunnen lezen over onze pogingen om aan de catastrofale situatie waarin zich deze vereniging bevindt naar vermogen iets te doen. Welnu, na de opheffing van de Kring voor Anthroposofie eind 2000 en zijn communicatie-orgaan, het maandelijkse Kringnieuws, waarvoor schrijver dezes enkele jaren de redactie voerde, en het mislukken op 17 maart 2001 in Den Haag van de beoogde oprichting van een Federatie voor Anthroposofie in Nederland houd ik nu – op mijn 63ste levensjaar – op met mijn pogingen tot een Anthroposofische Vereniging in Nederland te komen die deze naam verdient,  totdat er wellicht een situatie ontstaat waarin de talrijke beschouwingen en voorstellen, die ik in de laatste tien jaar in woord en geschrift heb gemaakt, serieus worden genomen (zie blad 3 voor een chronologisch overzicht over de activiteiten en publicaties van het Willehalm Instituut vanaf 1988; update: ook te bezien op www.antrovista.com).

 

De lotgevallen van Slobodan Mitric, alias Karate Bob

 

Deze nieuwsbrief wil ik niet eindigen zonder een woord over de lotgevallen van Dr. Slobodan Mitric, ooit bekend als Karate Bob, waarvoor reeds vroeger hier – helaas tevergeefs – aandacht werd gevraagd. Deze geniale Servische schrijver [4], karatemeester en voormalige geheimagent van Tito werd door het Ministerie van Justitie al in de jaren 80 als ongewenste vreemdeling verklaard. De rechtbank en daarna het gerechtshof hebben echter de Nederlandse staat verboden hem direct of indirect naar Joegoslavië uit te wijzen, omdat hem daar (nog steeds) de doodstraf wacht, wegens het niet uitvoeren van een geheime staatsopdracht, namelijk het uitschakelen in Brussels van een tegenstander van Tito. Ondanks deze feiten en zijn verdienste voor de Nederlandse samenleving en het Koningshuis heeft de overheid, c.q. de Gemeente Amsterdam hem geen mogelijkheden geboden om normaal te kunnen werken. Zonder uitkering, medische verzorging en regelmatig inkomen is hij dus al geruime tijd met de moed der wanhoop gedwongen om met een fietskarretje in de vroege ochtenduren oud-ijzer e.d. op de straten van Amsterdam te verzamelen. Mijn brieven aan een oude bekende van hem, Pof. Dr. Rüter, oud-voorzitter van Amnesty International, met de dringende vraag om invloed uit te oefenen ter verbetering van het lot van Slobodan Mitric, bleven onbeantwoord. Idem ditto brieven aan o.m. Burgermeesters Cohen en destijds Patijn. Ondanks zijn blijkbaar uitzichtloze situatie heeft Slobodan Mitric het gepresteerd om enkele videofilms te maken, waaronder de vier uur durende De Schaapherder ter verdediging van de tijdens het VARA programma De Zwarte Schaap in 2000 gemaakte aantijgingen aan zijn adres dat hij een crimineel en huurmoordenaar zou zijn.  Hij koestert plannen om speelfilms te maken, o.m. een fietsenkomedie over een plein in Amsterdam. De hele scenario zit al in zijn hoofd, maar hij wil het niet prijsgeven, omdat al zo vele van zijn ideeën gestolen zijn. Om documentaires in dienst der waarheidsvinding te maken inzake o.m. de achtergronden van 11 september 2001 – volgens Mitric bestonden er reeds 1969 plannen om deze ramp voor te bereiden –  dan wel zijn reeds gemaakte films technisch te bewerken heeft hij om te beginnen €1200 aan apparatuur nodig. Als U, gewaardeerde lezer, niet het werk van het Willehalm Instituut wilt (blijven) steunen, steun dan a.u.b. tenminste [het werk van] deze man. Uw bijdrage(n) kunt U overmaken op girorekening 5305422 van het Willehalm Instituut, Platanenweg 20-1, 1091 KS Amsterdam, o.v.v. de begunstigde(n).

Robert Jan Kelder

 

Weg van de Anti-Graal naar de Graal ­

Pinkstermars voor Wereldvrede van Istein naar Arlesheim

 

Op 25 januari j.l. werd in de Oude Kerk te Amsterdam de Nederlandse vertaling gepresenteerd van deel I Willehalm-Kyot van Werner Greubs onderzoeksbericht  Willem van Oranje, Parzival en de GraalHoe Wolfram von Eschenbachs graaloorden gevonden werden, een werk dat vooreerst in 1974 onder de titel Wolfram von Eschenbach und die Wirklichkeit des Grals door het Goetheanum, Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschap in Dornach, werd uitgegeven met een woord vooraf van de toenmalige voorzitter van de Algemene Anthroposofische Vereniging, Rudolf Grosse. De door het Willehalm Instituut voor Graalonderzoek georganiseerde presentatie werd voorafgegaan met eigen gecomponeerde muziek en een voordracht door Wim   Veltman van de proloog – bestaande uit een innig gebed aan de heilige drievuldigheid – van Wolframs middeleeuws heldendicht Willehalm, een epos over de oorspronkelijke, Frankische stichter van het Oranjehuis.

 

In het tweede deel van Werner Greubs werk, dat onder de titel Parzival zal verschijnen, wordt o.m. duidelijk aangetoond dat het zog. Anti-Graal Kasteel "Chastel Marveil" van de zwarte magiër Klingsor  zich in de 9e eeuw niet in Sicilië had kunnen bevinden (Calta Bellota), maar daarentegen wel bovenop een geweldige rotsheuvel, de zogenaamde Isteinerklotz, die ongeveer 17 km ten noorden van Bazel bij het dorpje Istein aan de Rijn in het tegenwoordige Duitsland ligt. In de Tweede Wereldoorlog was de op deze rots gebouwde militaire fortificatie een cruciaal onderdeel van de Siegfriedlijn. En wanneer bericht wordt dat tijdens de Eerste Wereldoorlog de werkenden aan het eerste Goetheanumgebouw in Dornach bij Bazel in het neutrale Zwitserland – bestaande uit mensen van vele verschillende nationaliteiten, waarvan enkele zich elders op het moordende slagveld bevochten – uit de verte het gedreun van doffe schoten hoorden, kunnen deze nergens anders vandaan zijn gekomen dan vanuit de loodzware kanonnen die vanaf deze voormalige Klingsorburcht Elzas-Lotharingen bestookten.

 

  

 

De Isteinerklotz in de 18de eeuw aan de destijds nog niet gekanaliseerde Rijn: oord van Klingsors Chastel Marveil in de

9de eeuw. Jakob Burckhardt noemde deze ooit zo lieflijke streek met zijn vele vissersdorpen en wijngaarden "Klein Italië"  

 

Tegen het einde van Wolframs Parzival valt nu na te lezen dat – nadat Gawain de binnen de Klingsorburcht  gevangene koninginnen bevrijd had – Parzival met zijn halfbroer, de zwart-wit gevlekte Feirefiz door de Arabische Graalsbode Cundrie vanuit Chastel Marveil naar het Graalpaleis Munsalvaesche worden geleid, alwaar Parzival de zieke visserkoning Anfortas de verlossende vraag "Oom, wat deert U?" stelt en het Graalkoningschap overneemt. Ook deze handelingen zijn door Werner Greub in deel II van zijn bovengenoemd werk niet alleen exact gelokaliseerd en gedateerd, maar ook met een spirituele interpretatie voorzien. De tocht van de twee broers met Cundrie van Chastel Marveil naar Munsalvaesche, en Parzivals "troonbestijging" aldaar zouden plaatsgevonden hebben op Pinksterzaterdag, 12 mei 848 en wel onder het teken van de "Ster van Munsalvaesche", een herhaling van de "Ster van Bethlehem" van 7 v. Chr. boven Palestina.  De schouwplaats voor deze handeling zou het door Titurel op een oude Romeinse groeve gebouwde Graalpaleis zijn, op een heuvel in de "Arlesheimer Ermitage" enkele km ten zuiden van Bazel, een oeroud Keltisch heilig oord, waar in de 4de eeuw nog Druïden vertoefden. De betekenis van deze "nieuwe spirituele inslag in de geschiedenis van de mensheid" ziet Werner Greub in het feit dat Parzival, tegen de Graaltraditie in, het Graalkoningschap op eigen vuist, uit eigen initiatief veroverde en daarmee de grondslag legde voor een nieuwe koninklijke kunst, de kunst van het sociale of te wel de sociale organica, de uitoefening waaraan de mensheid èn aarde een steeds dringendere behoefte heeft.

 

 

 

De Arlesheimer Hermitage in de 18de eeuw als Engelse Landschapstuin. Tweede heuvel van rechts naar links is de Hornichopf.  

 

De achterliggende idee van deze kleine Pinkstermars voor wereldvrede van Istein via Bazel naar Arlesheim op het Pinksterweekeinde van 18 en 19 mei 2002 is dus om enerzijds aan de bovengenoemde Graalgebeurtenissen uit de 9de eeuw te herinneren, ons daarop te bezinnen en dan te bezien hoe deze toenmalige nieuwe spirituele inslag in de mensheid middels de wetenschap van de Graal, of te wel de anthroposofie, kan worden voortgezet. In die zin zal op Pinkstermaandag, 20 mei de door schrijver dezes in 1985 in Arlesheim opgerichte Eremos Gesellschaft für Gralsforschung (Vereniging voor graalonderzoek; Eremos is Oudgrieks voor kluizenaar), die in de tussentijd is ingeslapen, opgewekt worden. Tevens zal met deze marsroute en heroprichting van Eremos naar de dit jaar verschijnende Franse vertaling van het werk van Werner Greub onder de titel La Qûete du Graal verwezen worden, die immers vooral de Fransen bezig zal houden, zoniet boeien, daar de in dit werk in kaart gebrachte Graalgeografie voornamelijk zich in het oosten en zuiden van het huidige Frankrijk bevindt.[5]

 

Voor verdere informatie:       Robert Jan Kelder, Willehalm Instituut, [Nieuw adres:]Kerkstraat 386A, 1017 JB Amsterdam.

Tel/Fax 020-6944572; E-mail <willehalm@wxs.nl>   

 



[1] Zie Werner Greub, How The Grail Sites Were Found – Wolfram von Eschenbach and The Reality of The Grail, dat in 2001 door het Willehalm Instituut werd uitgegeven en in vijf openbare bibliotheken Amerika (New England), Canada (Montreal) en Engeland (Rudolf Steiner House, Londen) werd gepresenteerd. Deel 1 Willehalm-Kyot van de Nederlandse vertaling onder de titel Willem van Oranje, Parzival en de Graal, dat aan de huidige Prins van Oranje en zijn echtgenote werd opgedragen, werd op 25 januari j.l. in de Oude Kerk te Amsterdam gepresenteerd, werd doch zowel vooraf alsook daarna door de gehele vaderlandse pers (alleen vanwege zogeheten "Oranjemoeheid"?) totaal doodgezwegen. Beide vertalingen zijn bij de boekwinkels De Zaailing in Amsterdam, De Haagse Boekerij en via het Willehalm Instituut verkrijgbaar.  Binnenkort verschijnt de Frans vertaling  La Quête du Graal bij de uitgeverij Èditions Anthroposophiques Romands in Genève met een voorwoord van de Franse graaf  C.d'Andlau. 

[2] Deze op het eerste gezicht zwaarwegend aandoende kritiek werd onderbouwd in Antroposofische Kroniek 1994-2001/ Mijlpaal of Molensteen, een n.a.v. het Van Baarda eindrapport over Antroposofie en het vraagstuk van de rassen op 31 maart in Den Haag gepresenteerde publicatie, die echter geheel in lijn met een in dit land  niet zelden voorkomend beleid in de doofpot terecht kwam.

[3] Onder de aanhangsels van de bovengenoemde Engelse vertaling bevindt zich een stapsgewijze weerlegging van deze kritiek van   C. Lindenberg die onder de titel "Jenseits van Wahrheit und Wirklichkeit" in Die Drei, het orgaan van de Anthroposofische Vereniging in Duitsland in Stuttgart, van december 1974 is verschenen en in Flensburger Hefte 3/91 onveranderd is weergegeven

[4] Op zijn naam staan o.m. De man zonder geloof, De slag bij Kosovo en Nederland's Maffia, hetgeen hem ontvreemd werd.

[5] Deze Franse vertaling zal door de uitgeverij Éditions Anthroposophiques Romandes in Genève worden uitgegeven [is inmiddels verschenen]. Vorig jaar werd de Engelse vertaling met uitvoerige inleidingen en aanhangsel onder de titel How The Grail Sites Were Found – Wolfram von Eschenbach and The Reality of The Grail door het Willehalm Instituut gepubliceerd en in een aantal publieke bibliotheken in America en Engeland (Rudolf Steiner House in Londen) gepresenteerd.