HOOFDSTUK 41

 


Rit in de ‘dood’

 

Dodi en prinses Diana komen door de hoofdingang het Parijse Ritz-hotel binnen, begeleid door Diana’s persoonlijke chauffeur Philip en haar twee lijfwachten Trevor en Kez. Het hoofd beveiliging van het Ritz-hotel haast zich om hen te begroeten.

                “Henri!” zegt Dodi, wijzend naar de prinses. “Wij twee gaan naar boven naar onze suite om ons wat op te frissen. Over een half uur zijn we klaar. Mijn Babo heeft jou de instructies gegeven.” 

                Henri knikt en wuift naar het hoofd van de receptie. “Musa! Alsjeblieft, help mijnheer Dodi en de prinses.”

                Het hoofd van de receptie haast zich naar de lift en drukt op de knop. De deur van de lift gaat open en Dodi en prinses Diana stappen in de lift gevolgd door het hoofd receptie. De lift gaat naar de zolderetage van het hotel.

                Henri wendt zich tot Diana’s bodyguards en haar chauffeur: “Jongens! Willen jullie wat drinken?”

                “Ja graag! Ja graag!” zeggen ze alle drie bijna op hetzelfde moment.

                Het hoofd beveiliging loopt naar een kleine bar naast de hoofdingang van het hotel. Zijn gasten volgen hem. Henri pakt een fles Franse Courvoisier-cognac.

                “Oelala! Ben je soms jarig?” grapt Philip.

                “Nee! Waarom?”

                “Omdat jij de grootste gierigaard op aarde bent,” antwoordt Trevor.

                Henri schenkt de cognac in. “Ah! Dit is een speciaal geval, voor mijn beste vrienden.”

                De mannen nemen plaats aan de bar met hun drankjes. Kez heft zijn glas. “Op de heer Dodi!”

                “En zijn mooie prinses,” zegt Trevor.

                Philip corrigeert hem. “Zijn neukertje.”

                “Ons neukertje, man!” voegt Kez toe.

                Iedereen lacht en drinkt zijn drankje op. De deur van de lift opent. Het hoofd van de receptie loopt terug naar de balie.

 

 

*

Een goudkleurige Rolls met diplomatieke nummerborden rijdt op voor de hoofdingang van het Parijse Ritz-hotel. Uit het hotel rent een piccolo naar de parkeerplaats en opent de deur van de Rolls. Een in een traditioneel Arabisch gewaad geklede, lange, stevige man stapt uit de limousine. Hij heeft een sik en draagt een grote donkere bril om te voorkomen dat gevaarlijke landgenoten hem herkennen.

                De piccolo buigt tot de grond. “Welkom uwe koninklijke hoogheid Prins al-Bin.”

                De prins knikt en wijst naar de limo. De piccolo haast zich naar de andere kant van de Rolls en opent de deur. Uit de limo verschijnt een slanke vrouw, gekleed in een groene zijden traditionele Arabische boerka waardoor alleen haar ogen zichtbaar zijn. De piccolo buigt tot aan de grond. De prins loopt naar de hoofdingang van het hotel, op enkele meters achter hem volgt langzaam zijn vrouw.

 

*

 
“Philip! Luister, jij en Kez moeten naar buiten lopen en in Dodi’s limo gaan zitten,” zegt het hoofd veiligheidsdienst half fluisterend.

                De persoonlijke chauffeur van Dodi en Diana werpt een vragende blik naar Diana’s bodyguards Trevor en Kez; zij halen hun schouders op. Philip trekt zijn gezicht in een grimas. “Wat? Dat begrijp ik niet!?”

                “De paparazzi zullen denken dat Dodi en Diana daar verschijnen,” zegt de beveiligingschef van het Ritz-hotel. “Wij moeten ze misleiden.”

                De persoonlijke chauffeur van Dodi wuift de opmerking met zijn hand weg. “Rot op!”

                De beveiligingschef fronst. “Ben je gek geworden?”

                “Commandeer iemand anders. Ik val niet onder jouw bevel.”

                Een van Diana’s bodyguards komt tussenbeide. “Zo is dat! Henri, waarom speel jij de baas?”

                Het hoofd beveiliging staat op en komt dichter bij het drietal. “Het is niet mijn idee.”

                De chauffeur heft zijn hoofd op en spreidt zijn handen. “Maar!”

                “Opdracht van de baas!”

                “Mohamed?!”
                “Ja! Ik heb dat overgebracht aan Dodi. Hij is ‘t met me eens.”

                Dodi’s chauffeur fronst. “Ik ga naar de heer al-Fayed om dat te controleren.”

                “De heer Mohamed slaapt. Hij heeft verboden om door wie dan ook te worden gestoord,” zegt de beveiligingschef droog.

                Philip balt zijn vuist, met zijn andere hand grijpt hij de beveiligingschef bij zijn revers van zijn jas.  Dreigend zwaait hij zijn vuist voor Henri’s neus. “Oké. Ik zal dat morgen nachecken. Maar als jij gelogen hebt, zal ik die halve Franse smoel van je kapot slaan.”

                Henri trekt zich instinctief los uit Philips greep en doet een stap terug. Snel reagerend, balt ook hij zijn vuisten. “Philip! Arme stakker. Watjes zoals jij kan ik met gebonden handen drie op een rijtje in elkaar slaan.”

                Philip maakt zich op om de beveiligingschef een dreun te verkopen. Henri neemt de verdedigingshouding aan. Trevor en Kez reageren snel, halen Philip in en gooien zich tussen de ruziemakers. “Philip! Kalmeer,” schreeuwt Kez. “En jij, snotneus,” zegt hij, de beveiligingschef opzij duwend, “speel niet langer de baas hier!”


*

 

 De Arabische prins en zijn partner komen het hotel binnen. De piccolo draagt met grote moeite twee enorme koffers. De ruziemakers worden stil.

                De Arabier begeeft zich naar de receptie. “We hebben een suite geboekt.”

                Het hoofd receptie buigt. “Ja! Ja! Uwe Majesteit, uw suite is naast de privésuite van de zoon van de heer Mohamed al-Fayed en zijn verloofde prinses Diana.”

                Het gezicht van de Arabier neemt een vriendelijke trek aan; hij streelt zijn sik. “Dank u! Dit is een grote eer voor ons. Wij zullen direct na het uitpakken van onze koffers de stad in gaan, wij willen graag van de nachtelijke charmes van Parijs genieten, natuurlijk als dat u niet in de weg staat.”

                “Nee! Nee Koninklijke majesteit! U kunt op elk gewenst moment het hotel verlaten en terugkomen wanneer u maar wilt. Wij staan 24 uur per dag tot uw beschikking.”

                “Dank u! Hoe kunnen we onze suite vinden?”

                “Koninklijke majesteit, het zal mij een eer zijn om u persoonlijk naar uw suite te begeleiden.” Het hoofd receptie wijst met zijn hand naar de lift, haast zich in die richting en drukt op de knop om de liftdeur openen.

                De Arabier stapt in de lift, zijn vrouw volgt hem. De piccolo treedt als laatste de lift binnen. Het hoofd receptie drukt op de knop en de deuren van de lift sluiten.


*

 

De ruziemakers zetten hun strijd voort. Trevor en Kez brengen met veel moeite Philip terug naar de plaats waar hij zat. De beveiligingschef gaat naar de bar. Hij schenkt zichzelf een flinke portie cognac in, zet zich neer op de kruk aan de bar en drinkt zijn glas leeg. “Die snotneus is begonnen!” roept hij.

                Dodi’s and Diana’s chauffeur vliegt weer naar de beveiligingschef. “Flikker!” schreeuwt hij. “Wie is hier een snotneus! Ik ga je door elkaar rammelen!“

                “Hahaha!” glimlacht Henri. “In je droom zeker!”

                Diana’s bodyguard Trevor pakt opnieuw de hand van Dodi’s chauffeur en omhelst hem. “Philip! Rustig, man! “

                “Riskeer je job niet wegens deze ouwe kale rat,” voegt Kez toe.

                Philip gaat terug naar zijn stoel. Vijandig kijkt hij naar Henri en fluistert tegen zijn collega's: “Ik begrijp niet waarom Dodi deze idioot voor vanavond heeft gekozen!“

                “Zeker om ‘Mens erger je niet’ te spelen,” lacht Trevor.

                “Alsof ik niet goed genoeg ben.”

                “Misschien is dat wel haar idee!” oppert Kez.

                Philip haalt zijn schouders op. “Waarschijnlijk!”

                “Die nymfomane wil een sterker iemand,” zegt Trevor plagerig.

                “Volgende keer, ik zweer je, zal ik haar breken.”


*

Twee aristocratisch geklede oudere dames komen het hotel binnen. De ene dame houdt een witte poedel aan de lijn, de andere een zwarte. De ruziemakers worden stil.

                Henri staat op en komt hen tegemoet. “Goedenavond. Hebt u zich geamuseerd?”

                “Ja! Ja! Alleen onze kinderen zijn vreselijk moe,” zegt een van de dames.

                Henri buigt en streelt beide hondjes. “Jullie hebben werkelijk prachtige kinderen!”

                “Jongeman, breng ons alsjeblieft zo snel mogelijk naar onze kamer,“ zegt de andere dame.

                Het hoofd beveiliging richt zich op. “Goed, zoals u wilt.” Henri haast zich naar de lift. De dames met hun vierpoters volgen hem. Henri druk op de knop en bemerkt dat de deur van lift al open gaat. Vanuit de lift verschijnen het hoofd receptie en de piccolo. Ze buigen voor de oude dames. 

                “Musa Kusa! Begeleid de dames naar hun suite,” fluistert Henri in het oor van het hoofd receptie.

                “Oké!”
                Het hoofd receptie laat de dames en hun hondjes in de lift, daarna gaat hij zelf naar binnen. De piccolo volgt hem, maar Henri pakt hem bij zijn mouw. “Waar wil jij naar toe?!”

                “Nou! Ik dacht…”

                “Sinds wanneer is ’t jou toegestaan om te denken?”

                De piccolo verlaat de lift. Het hoofd receptie drukt op de knop, de deuren sluiten. Henri haalt de sleutels van de auto uit zijn zak en geeft ze aan de piccolo. “Wees niet bang jongen! Ik maakte een grapje. Ga naar de achteruitgang. Week een doek in eau de cologne en fris daarmee alle stoelen van mijn Mercedes op.”

                De piccolo neemt de sleutels, buigt en loopt met snelle passen naar de achteruitgang. Henri gaat terug naar zijn gasten.


*

 
“Die kutlikker is terug! Daarom heeft Dodi hem gekozen, om zijn minnares te likken,” schreeuwt Philip.

                Trevor wordt serieus. “Philip!” zegt hij. “Wees verstandig, man. Klets niet zo!”

                “Ah! Jij zult vanavond ook niets tekort komen.”

                “Wij twee zijn tot de dageraad veroordeeld om te schaken!” grijnst Kez.

                Philip verhoogt de toon van zijn stem. “Alles vanwege deze halve Franse flikker.”

                Trevor omhelst zijn collega. “Philip! Ik zal op dat beest letten. Maak je geen zorgen.”

                De chauffeur van Dodi en Diana zucht diep. ”Moge een hond zijn moeder neuken.”

*

 
De liftdeuren gaan open. Het hoofd receptie zwaait naar Henri en gaat naar de balie. Henri staat op en volgt hem. Het hoofd receptie fluistert iets naar hem. Henri keert terug naar zijn gasten, richt zijn wijsvinger naar Trevor en steekt zijn duim op. Trevor tikt op Philips schouder. “En nu, ga naar buiten alsjeblieft!”

                Dodi’s chauffeur staat op, werpt nog een vijandige blik naar de beveiligingschef en verlaat het hotel via de hoofdingang. Kez volgt hem. Ze lopen naar de officiële gepantserde wagen van prinses Diana. Philip opent de deuren. Kez stapt in de auto aan de andere kant. De mannen gaan zitten. Philip start de motor.


*

 
Het is vijf minuten na middernacht. Aan de voorkant van het Ritz-hotel wordt het druk. Tientallen fotografen brengen snel hun camera’s in gereedheid. Chauffeurs starten hun auto's en motorrijders hun motoren. Een UNK-er van het paparazzi- corps die in dienst van MI6 is, fluistert in zijn mobiel naar zijn speciale collega die zich bij de achteruitgang van het hotel bevindt: “Romuald! Alles loopt volgens plan. Philip en Kez zitten al in de limousine. Jij blijft daar zoals afgesproken! Good luck!”

                “Dank u!” antwoordt Romuald, een van de topagenten van de Gamma Groep.

                “Stefan! Ze komen hier uit. Doe net of je problemen hebt met het starten van je motor,” fluistert Romuald tegen zijn motorrijder.

                De motorrijder knikt. “Maak je geen zorgen!”

                “Alarm! Jongens!” dondert Stefan tegen zijn collega's. “Lady Di komt er uit bij de hoofduitgang.”

                Als door de bliksem getroffen, starten een tiental paparazzi snel hun auto’s en verlaten de stelling die zij hadden ingenomen dichtbij de achteruitgang, en haasten zich naar de hoofduitgang.

                Stephen doet net alsof hij problemen heeft bij het starten van zijn motor. “Kutmachine! Moet die nu juist weigeren!”

                Romuald knipoogt naar zijn motorrijder. “Flikker!” schreeuwt hij. “Jij bent ontslagen!”

                Voor de achteruitgang van het Ritz-hotel blijven alleen Romuald en zijn motorrijder en nog een paar speciale UKN-journalisten en -fotografen achter.


*

 
De piccolo keert terug naar de hotelhal en geeft Henri de autosleutels terug. “Patron! Alles is opgefrist!”

                “Heeft iemand je opgemerkt!”

                “Nee, patron! Ik ben in en uit de auto gekropen als een echte dief!”

                Henri stopt de sleutels in zijn zak en haalt een biljet van honderd Franse franc tevoorschijn. “Dit is voor jou! En ga nou slapen!”

                “Dank u! Bedankt! Bedankt!” De piccolo neemt het geld aan en snelt weg.


*


Dodi loopt zenuwachtig rond in zijn kamer. Prinses Diana staart hem aan. Plotseling wordt er vanaf de aangrenzende kamer drie keer op de muur geklopt, dan twee keer en dan weer drie keer. Dodi haalt opgelucht adem.

 

*


Bij de receptie rinkelt de telefoon. Het hoofd receptie neemt op. “Ja! Een moment alstublieft.” Dan roept hij: “Mijnheer Paul!”

                De beveiligingschef van het Ritz-hotel kijkt in zijn richting. De receptionist geeft hem een teken dat de telefoon voor hem is. Henri haast zich en pakt de hoorn.“ Ja!”

                “Henri!” hoort hij de stem van Dodi al-Fayed zeggen. “We komen in een of twee minuten naar beneden. Zijn jullie klaar?”

                “Ja! Ja!”

                “Wij vertrekken onmiddellijk, zonder oponthoud, vragen of opmerkingen alsjeblieft.”

                “Hoe sneller hoe beter,” zegt het hoofd beveiliging.

                “Zo hou ik van je! Wij komen eraan!”

                Het hoofd beveiliging hangt op.

                “Mag ik iets aan u vragen, mijnheer Paul,” zegt de receptionist.

                “Niet nu! Ik heb haast!”

                “Slechts een korte vraag.”

                “Nou vooruit! Zeg het maar!”

                “U weet dat ik Jean heet! Waarom noemt u mij dan Musa Kusa?!”

                Het hoofd beveiliging lacht. “Ach, mijn lieve vriend, je lijkt veel op een van mijn oude vrienden Musa Kusa, die hoofd beveiliging is van kolonel Kadafi. Dus daarom!”

                “Dank u voor uw compliment, mijnheer Paul!” juicht het hoofd receptie.

                “Graag gedaan! Graag gedaan! Musa Kusa,” grijnst het hoofd beveiliging. Hij gaat naar Trevor. “Compagnon! Ben je klaar? Dodi en de prinses kunnen elk moment komen.”

                “Ja! Ja!”

                Trevor springt als een poema van zijn stoel.

 

(De rest van dit hoofdstuk is te lezen in het boek.)